Innovation 31-10-2022
Energietransitie Foto ter illustratie

Nederlandse scheepvaart kan 596 miljoen ton CO2 per jaar besparen, maar reductie is ‘zeer moelijk’

De Nederlandse zee- en binnenvaartsector zou jaarlijks 596 miljoen ton CO2 kunnen besparen. Dat stellen economen van ABN-Amro in het rapport ‘Decarbonisatiestrategieën voor sectoren’. De scheepvaart kan volgens het rapport aanzienlijk meer besparen dan het wegvervoer, maar minder dan de luchtvaart.

 

In het rapport schrijft senior-econoom Casper Burgering dat de scheepvaart regelmatig in de Top 10 staat van sectoren met de hoogste emissie-intensiteit. ‘De sector is relatief klein, maar groot van omvang gezien de hoeveelheid emissies van broeikasgassen. In 2020 stootte het Nederlandse vervoer over water binnen de landsgrenzen zo’n 7,6 miljard kilo CO2 uit. De bijdrage van het vervoer over water (zeevaart en binnenvaart) aan de Nederlandse economie was in dat jaar nog geen 0,4%.’

 

Het vervoerde volume over water, zonder personenvervoer, is tussen 2000 en 2020 met zo’n 25% toegenomen, en de uitstoot is in diezelfde periode met 13% gedaald. Burgering stelt dan ook dat de sector een wel efficiëntieslag heeft gemaakt. Zeker gezien de groei van het aantal bedrijven in de maritieme sector in de laatste drie jaar.

 

‘Zeer moeilijk’

ABN-Amro tekent het reductiepad uit voor de sector ‘vervoer over water’. Rond 2030 voorspelt de bank dat de sector nog zo’n 2 tot 3 miljard kilo CO2 uitstoot, wat meer dan een halvering is ten opzichte van 2020. De bank berekent dat er een minimale reductie tot 2030 moet komen van 5,4 miljard kilo CO2. Om dat te bereiken moet de sector een emissiereductie van 8% per jaar moeten bewerkstelligen. Dat wordt in het rapport als ‘zeer moeilijk’ gekwalificeerd.

 

De situatie wordt nijpender wanneer men het binnenlandse vervoer over water combineert met de internationale zeevaart. ‘De broeikasgasemissies van binnenlandse en maritieme scheepvaart samen zijn de voorbije drie decennia snel toegenomen’, schrijft de senior-econoom. ‘De emissies zijn in de periode van 2010 tot en met 2020 toegenomen met 33%, ofwel ruim 1% per jaar. De emissies laten echter door de tijd heen een beweeglijk patroon zien. Sinds 2018 lijkt het erop dat de emissies een neerwaartse trend aannemen. Dit is bittere noodzaak, gezien de lange reductieweg die de sector nog heeft te gaan.’

 

Techniek niet klaar

Burgering reikt enkele oplossingen aan voor de sector, die kunnen zorgen voor de gewenste emissiereductie. Maar hij wijst er tevens op dat de meeste daarvan nog in de kinderschoenen staan en nog niet op grote schaal beschikbaar en/of betaalbaar zijn. ‘De binnenvaartsector en de Rijksoverheid zetten in op tenminste 150 emissievrije schepen in 2030. In de aanloop naar emissievrije schepen wordt ingezet op een bijmengpercentage van 30% biobrandstoffen voor binnenvaartschepen’, aldus het rapport. ‘Door de huidige onzekerheden moet er een begin worden gemaakt met het uitstippelen van een weg om de ambitieuze emissiereductie te kunnen bereiken. De onzekerheden hebben met name betrekking hebben op de ontwikkeling, de kosten, het maturiteitsniveau en de beschikbaarheid van technologieën die kunnen bijdragen aan de transitie naar een emissievrije binnenvaart.’

 

De binnenvaart is volgens Burgering wel een stuk beter voorbereid op de inzet van deze oplossingen dan de internationale zeevaart.

 

Effiency-maatregelen, ofwel het monitoren van processen, (hybride-)elektrische voortstuwing, HVO of een brandstofcel in combinatie met ammoniak of methanol. Dat zijn de enige technologieën die momenteel commercieel kunnen worden ingezet. Vooral bij kleinere schepen kan een (hybride-)elektrische voortstuwing een goede oplossing zijn. Wel is er nog vier tot acht jaar nodig om een voorstuwing op basis van een brandstofcel in combinatie met waterstof klaar te maken voor de scheepvaart.

 

Bron: Schuttevaer