België bouwt eerste energie-eiland
België gaat op de Noordzee een energie-eiland bouwen, dat in 2030 klaar moet zijn. Daarmee wordt het wereldwijd waarschijnlijk de eerste in zijn soort.
De Belgische aannemers Jan De Nul en Deme hebben de aanbesteding van het project gewonnen, die begin vorig jaar in gang is gezet. Het eiland krijgt een oppervlakte van zes hectare – ongeveer negen voetbalvelden – en komt op 45 kilometer uit de kust in de zogenoemde Prinses Elisabeth windzone.
De twee waterbouwers, die voor dit project samenwerken onder de naam TM Edison, starten begin volgend jaar met de aanleg van de funderingen. Dit neemt naar verwachting tweeënhalf jaar in beslag. Daarop komen betonnen caissons die opgevuld worden met zand. Het Prinses Elisabeth Eiland krijgt een haventje en een helideck om onderhoudsploegen van en naar het eiland te brengen.
Windparken
De voorziening heeft vooral tot doel om windparken op de Noordzee met elkaar te verbinden en zo voor een gelijkmatige stroomvoorziening te zorgen. Zo is het de bedoeling om de stroomproductie van het Elisabeth-park te verbinden met die van Britse en Deense windparken.
Het eiland krijgt daarom hoogspanningsinfrastructuur die zowel voor gelijkstroom (HVDC) als wisselstroom (HVAC) geschikt is. Volgens de aannemers is dit een unicum. Op die manier kan België veel meer stroom uit wind op zee importeren dan het land zelf kan produceren.
De bouwkosten voor de basisinfrastructuur worden geschat op 450 miljoen euro. Het project kan rekenen op ongeveer honderd miljoen euro subsidie uit het Europese Covid-herstelfonds. Met de aanleg van alle benodigde kabels en schakelstations lopen de totale investeringskosten in het energie-eiland op tot naar schatting twee miljard euro.
De Belgische energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) spreekt van een ‘wereldprimeur’. Lange tijd zag het er naar uit dat Denemarken als eerste zo’n faciliteit zou hebben, met de plannen voor de bouw van een kunstmatig drijvend eiland dat bijna vijftig hectare groot zou kunnen worden, maar daarover is nog geen definitieve beslissing genomen.
Bron: Nieuwsblad Transport